donderdag 14 september 2017

Terugblik op (en verantwoording) van mijn recensie van Schuyt’s Spinoza-boek


Daar ik zelf een beetje verbaasd erover ben dat ik zo positief en enthousiast op het boek van Kees Schuyt, Spinoza en de vreugde van het inzicht [Balans, 2017], reageer in de weergave van mijn leeservaring in het blog van gisteren, terwijl ik toch heel wat kritiekpunten formuleerde, maakt dat ik er nog even op terug kom. Ik bedoel niet dat ik terug wil komen op de weergave van mijn leesplezier, noch dat ik mijn conclusie wil terugnemen dat ik dit het beste boek in het Nederlands over Spinoza vind. Ik héb van het lezen van dit boek genoten en ik vínd ’t het beste wat we hebben - zeker voor wie een totaaloverzicht zoekt. 
Hoe kon ik zo positief zijn op dit boek (in tegenstelling tot de Spinoza-boeken van Maarten van Buuren)? Dat heeft te maken met de voorzichtige, niet pretentieuze houding van Schuyt. Hij vermeldt enige malen dat hij soms twijfelt over zijn interpretatie, maar dat dat zíjn interpretatie is waar hij verder mee kan. Vergelijk dat eens met de zelfverzekerde, enigszins opgeblazen houding van Van Buuren, die zelfs beweert dat hij met een geheel; nieuwe lezing van de Ethica komt – alsof hij een nieuwe wereld heeft ontdekt, zonder dat hij dat kan bewijzen. Schuyt geeft ons ook zijn worstelingen in een plezierig leesbare stijl.
De lijst van “mij bevreemdende opmerkelijke zaken” heb ik, om er nu makkelijker naar te kunnen verwijzen, alsnog genummerd – het blijken 10 punten te zijn van heel verschillend kaliber. Daarvan is er één dat er voor mij uitspringt daar het m.i. een aantoonbaar foute interpretatie van Spinoza is – een onbegrijpelijke die m.i. niet gemaakt kan worden door iemand die al zo lang en intensief Spinoza bestudeert. Alle andere onderwerpen, ook de daarvoor genoemde over “macht en recht” en “formele versus actuele essentie” e.a., daarover verschilt men in de secundaire Spinoza literatuur van mening. Maar het onderwerp waar ik op doel, verwoord onder punt 5•, is echt volkomen mis. De werkelijkheid of de natuur is niet op te delen in twee gebieden naar de twee ons bekende attributen (Denken en Uitgebreidheid): een gebied n.l. van de natuurwetenschappen (Uitgebreidheid) en de moraal (Denken). Dit slaat echt nergens op. Je komt vergelijkbare foute opdelingen wel méér tegen [ik heb gewezen op de stommiteit van Maarten van Buuren, die de een tweedeling maakte in Natura naturans als het terrein van het Denken en de Natura naturata is dat van de Uitgebreidheid – cf. dit blog van 17 juni 2017]. Maar deze onspinozistische opdeling van de werkelijkheid werkt in het boek van Schuyt niet zover door, dat die foutieve dichotomie zeer storend zou werken. Dat terwijl Spinoza zo op de eenheid van de werkelijkheid wees en de door Descartes aangebrachte dichotomie bestreed. Jammer dat sommigen er misschien door op een verkeerd been worden gezet, maar het kan mijn eindoordeel over dit boek niet afzwakken.
Ik hoop dat Kees Schuyt zal inzien hoe hij er op dit punt volstrekt naast zit en er zijn boek nog op zal aanpassen, wat slechts enige bescheiden ingrepen vraagt.  
Hieronder verwijs ik nog naar mijn eerder blogs over Schuyts boek.
________________

woensdag 13 september 2017

Kees Schuyt’s voortreffelijke Spinoza-boek


Het is zover – ik kan mijn leeservaring weergeven met dit boek van Kees Schuyt: Spinoza en de vreugde van het inzicht [Balans, 2017, 333 blz.]. Ik zal niet verder uitweiden over waarom ik het aanvankelijk niet wilde lezen – ik gaf daarover informatie in diverse blogs. Maar uiteindelijk kon ik er niet omheen: ik móest het lezen. Zoveel boeken over Spinoza verschijnen er niet. En dit lijkt bij nader inzien niet zomaar een boek! Het is een zeer aantrekkelijk boek over Spinoza juist daar het behalve het enthousiasme van de auteur en de vele informatie over Spinoza en het Spinozisme die hij biedt, juist ook door de weergave van zijn wortsteling met bepaalde kanten van Spinoza die hij aanging en waarvoor hij ofwel een bepaalde interpretatie geeft of zijn kritiek op bepaalde aspecten van Spinoza geeft, ook een persoonlijk boek is. Kortom, precies wat ik van een dergelijk boek verwacht. 
Ik heb het boek dan ook met veel genoegen gelezen. Hier is een adept van Spinoza aan het woord, die niet als vanzelf Spinoza overal gelijk in geeft, maar met hem in discussie gaat. Een paar maal, aan het begin en het eind van zijn boek, spreekt de schrijver er zijn twijfel over uit of hij wel de juiste interpretatie had gevonden; maar het is zíjn interpretatie waarmee hij verder kan met Spinoza. En dan, zegt hij, als er vrijheid van denken is, is er ook vrijheid van interpretatie. En daarmee meent hij niet dat het iedereen vrij staat zo maar luk raak een interpretatie die iemand beter uitkomt te formuleren. Dat kun je van Schuyt niet zeggen: hij doet zeer zijn best erachter te komen wat en hoe Spinoza het bedoelt en hij bestudeert daarvoor het denken in Spinoza’s tijd, en degenen die Spinoza mogelijk volgde of waarvan hij zich juist afkeerde. Bij een serieuze zoektocht naar het begrijpen van Spinoza kan de serieuze bestudeerder niet om de interpretaties van andere geleerden heen – behalve je weg vinden door het labyrint van Spinoza zelf, moet je ook je weg vinden door dat van de secundaire Spinoza-literatuur en daar kun je dan juist een afslag gekozen hebben, die in de geschiedenis van het latere denken toch een doodlopende weg bleek te zijn. Ik zal daar straks een enkel voorbeeld van geven. Maar dát Schuyt zich vele jaren heeft bezig gehouden met Spinoza (van 1991 tot 2007 was hij bestuurslid en voorzitter van de Ver. Het Spinozahuis) en daarbij ook eens een boek van een Spinoza scholar opensloeg, is door het boek heen duidelijk.

dinsdag 12 september 2017

Naast de prestigieuze Spinozapremie komt de Stevinpremie


Om de resultaten van wetenschappelijk onderzoek nóg beter in de praktijk toegepast te krijgen kondigde Staatssecretaris Dekker van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, begin dit jaar aan dat er een staatsprijs komt voor wetenschap met maatschappelijk impact: de nationale valorisatieprijs. [Cf.]
Bij de uitreiking vandaag van de jaarlijkse Spinozapremies (cf. blog), kondigde dezelfde staatssecretaris aan dat die prijs (eveneens 2,5 miljoen euro om aan onderzoek te besteden) de Stevinpremie genoemd zal worden. Dat klinkt heel wat vriendelijker dan ‘nationale valorisatieprijs.’ [Cf.]
Goed beschouwd kan de Stevinpremie als een opwaardering of valorisatie van de al bestaande Simon Stevin-prijzen worden gezien. [Cf.]

Simon Stevin (1548 – 1620) was een wiskundige en ingenieur, kortom: een toegepast natuurkundige. Maar de Stevinpremie zal niet uitsluitend naar natuurkundigen gaan.
[van tweet van ministerie van OCW]
 

Vandaag feestelijke uitreiking van de NWO-Spinozapremies

v.l.n.r {mét oorkonde): Eveline Crone, Albert Heck, Michel Orrit & Alexander van Oudenaarden (credits: Ivo de Bruijn)
Foto gemaakt op 16 juni 2017 bij de bekendmaking van de laureaten voor de Spinoza-premie

Vandaag, dinsdag 12 september 2017 vanaf 14:30 uur [cf. NWO-twitter en deze tweet van gisteren] , zal de feestelijke uitreiking van de NWO-Spinozapremies plaats vinden in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Tijdens de uitreiking vertellen de laureaten wat hun onderzoek inhoudt en waar ze de premie voor in willen zetten. Het gaat om:

Prof. dr. Eveline Crone, als hoogleraar Neurocognitieve Ontwikkelingspsychologie verbonden aan de Universiteit Leiden
Prof. dr. Albert Heck, als hoogleraar zowel verbonden aan Scheikunde als aan Farmaceutische Wetenschappen van de Universiteit Utrecht.
Prof. dr. Michel Orrit, als hoogleraar Spectroscopie van Moleculen in Gecondenseerde Materie verbonden aan de Universiteit Leiden.
Prof.dr.ir. Alexander van Oudenaarden, algemeen directeur en groepsleider bij het Hubrecht Instituut (KNAW), dat nauw samenwerkt met het Universitair Medisch Centrum Utrecht, en hoogleraar Quantitative Biology of Gene Regulation aan de Faculteit Bètawetenschappen en de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Utrecht.
De laureaten krijgen elk 2,5 miljoen euro te besteden aan wetenschappelijk onderzoek én een Spinoza-beeldje  
[Volgens website NWO, verder is er dit ANP-bericht op Nieuws.nl]

Over de mens als passiewezen: de filosofie van de emoties en de ‘affective turn’ in de menswetenschappen


Het is nauwelijks meer voor te stellen dat de filosofie zich tot in het nabije verleden bijna uitsluitend bezighield met metafysische en epistemologische vraagstukken en de sensuele en lichamelijke aspecten van kennis verwaarloosde. Dat is intussen flink veranderd. In dit blog wijs ik weer graag op de gratis beschikbaarheid van een gedegen boekwerk.
In oktober 2010 werd in München een driedaagse conferentie (Tagung) gehouden over: Passions and the Limits of Pure Inquiry II: The Seventeenth Century. De eerste dag was gewijd aan Descartes, op de tweede stond - Exploring Spinoza’s theory of the affects – Spinoza centraal [cf. blog].
Toen het boek n.a.v. deze conferentie verscheen, maakte ik op 17-07-2012 een blog waarin ik meedeelde dat uitkwam:
Sabrina Ebbersmeyer (Ed.): Emotional Minds. The Passions and the Limits of Pure Inquiry in Early Modern Philosophy. De Gruyter, 13.07.2012 - isbn 978-3-11-026090-8 - € 99,95
De uitgever schreef: “The thoroughly contemporary question of the relationship between emotion and reason was debated with such complexity by the philosophers of the 17th century that their concepts remain a source of inspiration for today's research about the emotionality of the mind. The analyses of the works of Descartes, Spinoza, Leibniz, and many other thinkers collected in this volume offer new insights into the diversity and significance of philosophical reflections about emotions during the early modern era. A focus is placed on affective components in learning processes and the boundaries between emotions and reason.”

Ik maakte de opmerking dat ik het wel prijzig vond. Maar zie, op 23 februari 2017 is het vrij ter beschikking gesteld - licensed under the Creative Commons etc. Dat geef ik de geïnteresseerde hier graag even door [cf.].

maandag 11 september 2017

Harry Kuitert (1924 - 2017) is afgelopen vrijdag overleden

Harry Kuitert  © Werry Crone

Theoloog en ethicus professor Harry Kuitert is vrijdag 8 september op 92-jarige leeftijd overleden.

In dit blog wijs ik terug op enige blogs, waarin opgemerkt wordt hoe Kuitert met zijn nadruk erop dat geloof van de verbeelding komt, verwantschap met Spinoza leek te hebben. Hij zag de bijbel als product van de menselijke verbeelding.
Het blog van 06-11-2010 “Spreken over God,” ging over een artikel in Trouw van emeritus hoogleraar ethiek Harry M. Kuitert, bekend van “ alle spreken over boven komt van beneden.” Ik schreef: "Harry Kuitert noemt Spinoza niet, maar komt wel behoorlijk in de buurt van diens God. Hij is het met hem eens dat de God van de bijbelschrijvers een constructie van verbeelding is. Het verschil met Spinoza is dat bij Kuitert de God van het denken valt onder 'denksels' - en op basis van Kant weten we intussen dat we van 'denksels' niet zomaar over kunnen stappen op de objectieve realiteit. Maar zonder "denksels" kunnen we niet. Spinoza maakte een duidelijk verschil tussen 'ideeën' en 'entia rationis'. Ideeën, althans de adequate, zijn de tegenhangers in onze geest van een objectieve uitgebreide realiteit, terwijl 'entia rationis' in onze geest bedacht worden, maar geen wortels in de realiteit hebben. Het zijn de adequate ideeën waarmee de wetenschap steeds verder doordringt in de te kennen werkelijkheid. Dit is een iets ander onderscheid dan Kuitert en de door hem geciteerde L.M. de Rijk maken die slechts één hoop van 'denksels' kennen."

Joseph Dunner (1908 – 1978) zag Spinoza als the founder of the modern philosophy of free democracy [2]


In vervolg op het vorige blog over Dunner, wil ik in dit blog aandacht geven aan twee recensies van Joseph Dunner, maar voor ik daartoe overga eerst deze informatieve passage over twee nogal uiteenlopende interpretaties onder Spinoza scholars van Spinoza’s staatsopvatting [dit in een overigens uiterst Spinoza-vijandige tekst] *)

For Spinoza, the individual's highest loyalty must not be either for God or religion, or even for family and community, but rather for the state. As we know, Spinoza's discussion of politics in the concluding six chapters of Tractatus has divided commentators into two apparently opposed camps. One reading sees Spinoza genuinely defending a liberal state, hence defending the individual's political freedom.12 The other reading, in contrast, sees him only apparently defending a liberal state, but in reality defending the totalitarian authority of the state, regardless of its particular form of government, in order to defend the value not of freedom but of security and stability.13 Each camp cites relevant but opposed supporting statements by Spinoza, sometimes taken from the very same paragraph. For instance, in the fifth paragraph of Chapter 20, to support the liberal view, we have Spinoza saying: "Thus, the purpose of the state is, in reality, freedom." But in the very same paragraph, to support the totalitarian view, we find Spinoza writing: "Its [the state's] ultimate purpose is ... to free every man from fear so that he may live in security as far as is possible" (TTP 292-3).14
_______________

12. Three examples of the "liberal" reading of Spinoza are Lewis Samuel Feuer, Spinoza and the Rise of Liberalism (Boston: Beacon Press, 1958); see esp., The Impasse of Authoritarian Liberalism," 175-9; Joseph Dunner, Baruch Spinoza and Western Democracy: An Interpretation of his Philosophical, Religious and Political Thought (New York: Philosophical Library, 1955); and S. Paul Karshap, Spinoza and Moral Freedom (Albany: State University of New York Press, 1987).
13. Sir Karl Popper has made a strong case for the "totalitarian" reading of Spinoza; but see also Edwin Curley, "Kissinger, Spinoza, and Genghis Khan," in The Cambridge Companion to Spinoza, ed. Don Garrett (Cambridge: Cambridge University Press, 1996), 315-42.
14. Cf. ch. 18: "Every state [including the tyrannical state] must necessarily preserve its own form, and cannot be changed without incurring the danger of utter ruin" (279).
_________________
*) Uit Richard A. Cohen, "Levinas on Spinoza's Misunderstading of Judaism," In: Melvyn New, Robert Bernasconi & Richard A. Cohen (Eds.), In Proximity: Emmanuel Levinas and the Eighteenth Century. Lubbock, Tex.: Texas Tech University Press, 2001, 23-51, hier p. 4 - books.google.